Lastige kinderen en lastige mensen. Ik heb er wat mee. Vraag me niet waarom (nee, niet doen!).

ADHD, autisme spectra, verslavingen, trauma’s door pesten, dyslexie, hypersensitiviteit, PDD nos – you name it, of hoe men het tegenwoordig ook labelt. Ze kleuren buiten de lijntjes, passen zich niet aan, worden niet begrepen en dan ligt eenzaamheid op de loer. Sociale uitsluiting, door de doorsnee wereld. Of zelf verkozen. Omdat dat veiliger voelt.

Hoeveel paden zijn daardoor niet verknalt, al decennialang? Hoeveel systemen hebben extraverte persoonlijkheden al kilometers dossiers en kabinetten lang in een keurslijf willen duwen, wat alleen een averechts effect heeft?

En: hoeveel talent is daardoor al niet verspild. Vermorzeld, vroegtijdig in de kiem gesmoord?

Zelf redde de bibliotheek in Schiedam me, waar ik na schooltijd heen rende, om hem voor mijn 12e al 3 x uitgelezen te hebben. Ton van Hemmen weet er alles van – het is zijn schuld dat ik mijn fantasie niet als een storing ging ervaren, maar als een gave. Vluchten in letters, in verhalen, in een wereld die veel grenzelozer was dan de verstikkende randen van Zuid Holland en die van de gereformeerde kerk.

Ik mag me zelfs gelukkig prijzen dat ik daarna per ongeluk een vak in rolde dat bevolkt wordt door de halve gestoorde wereld, en waar die gekte gewaardeerd en gestimuleerd wordt als genialiteit. Waardoor in elk geval een paar honderd Nederlanders een quasi normaal bestaan kunnen opbouwen en niet op straat eindigen, aan de fles, in een doos. Tallozen heb ik er langs zien komen, en zelfs op mogen leiden.

Ik stond er nooit bij stil dat ik zelf misschien ook zo was, hoewel het lijstje met mijn handicaps en onmogelijkheden natuurlijk dagelijks groeide. In rap tempo.

Het is denk ik een jaar geleden nu dat Alain Raap me koppelde aan Marco Mout, onder het motto: “kijk eens bij elkaar, jullie hebben wel iets van elkaar weg”.

Een jaar lang heb ik gelachen en gesmuld op Facebook, om de tegendraadsheid, om het omdenken dat ik zelf altijd zo compleet logisch en normaal vind. Gisteren stapte ik in de auto, en besloot in een hang naar wezenloze inspiratie eens te gaan kijken in Ateliermaakplaats De Kruittoren.

Zelden ben ik overdonderd, of verbaasd. Het komt niet vaak voor dat ik 2,5 uur lang naar iemand anders’ verhalen kan luisteren, met open mond, en met stijgende verbazing. De verhalen van Facebook kwamen tot leven in een aantal kinderen, pardon: lastige kinderen van vlees en bloed. Die de meest geniale dingen maakten, bedachten, voortbrachten, deelden met elkaar en in alle vrijheid en veiligheid zichzelf konden zijn. De discipline en de structuur waren bijna tastbaar, maar daardoor ook het leiderschap (vreselijk woord) dat in henzelf de kop opstak.

Natuurlijk werd er piano gespeeld, met oom Machiel van der Schoot, en werd de bolide bewonderd – zo vaak zie je die niet in Zutphen (nergens trouwens). Er lag ook zelfs een cadeau voor me klaar – over liefde en respect gesproken.

Ik reed weg, met een vol hart. En een hoofd overstromend van de ideeën. Van die ideeën waar je dan ook nog wat mee gaat doen, want zo werkt dat met lastige mensen.

Die geloven, van kinds af aan al in onmogelijkheden. Wat volgens mij – in wezen – iedereen zou moeten doen.

Elke. Dag. Weer. De voorbeelden liggen voor het oprapen.

Waarvan akte.

Delen is het nieuwe vermenigvuldigen

 

Lastige kinderen en lastige mensen. Ik heb er wat mee. Vraag me niet waarom (nee, niet doen!).

ADHD, autisme spectra, verslavingen, trauma’s door pesten, dyslexie, hypersensitiviteit, PDD nos – you name it, of hoe men het tegenwoordig ook labelt. Ze kleuren buiten de lijntjes, passen zich niet aan, worden niet begrepen en dan ligt eenzaamheid op de loer. Sociale uitsluiting, door de doorsnee wereld. Of zelf verkozen. Omdat dat veiliger voelt.

Hoeveel paden zijn daardoor niet verknalt, al decennialang? Hoeveel systemen hebben extraverte persoonlijkheden al kilometers dossiers en kabinetten lang in een keurslijf willen duwen, wat alleen een averechts effect heeft?

En: hoeveel talent is daardoor al niet verspild. Vermorzeld, vroegtijdig in de kiem gesmoord?

Zelf redde de bibliotheek in Schiedam me, waar ik na schooltijd heen rende, om hem voor mijn 12e al 3 x uitgelezen te hebben. Ton van Hemmen weet er alles van – het is zijn schuld dat ik mijn fantasie niet als een storing ging ervaren, maar als een gave. Vluchten in letters, in verhalen, in een wereld die veel grenzelozer was dan de verstikkende randen van Zuid Holland en die van de gereformeerde kerk.

Ik mag me zelfs gelukkig prijzen dat ik daarna per ongeluk een vak in rolde dat bevolkt wordt door de halve gestoorde wereld, en waar die gekte gewaardeerd en gestimuleerd wordt als genialiteit. Waardoor in elk geval een paar honderd Nederlanders een quasi normaal bestaan kunnen opbouwen en niet op straat eindigen, aan de fles, in een doos. Tallozen heb ik er langs zien komen, en zelfs op mogen leiden.

Ik stond er nooit bij stil dat ik zelf misschien ook zo was, hoewel het lijstje met mijn handicaps en onmogelijkheden natuurlijk dagelijks groeide. In rap tempo.

Het is denk ik een jaar geleden nu dat Alain Raap me koppelde aan Marco Mout, onder het motto: “kijk eens bij elkaar, jullie hebben wel iets van elkaar weg”.

Een jaar lang heb ik gelachen en gesmuld op Facebook, om de tegendraadsheid, om het omdenken dat ik zelf altijd zo compleet logisch en normaal vind. Gisteren stapte ik in de auto, en besloot in een hang naar wezenloze inspiratie eens te gaan kijken in Ateliermaakplaats De Kruittoren.

Zelden ben ik overdonderd, of verbaasd. Het komt niet vaak voor dat ik 2,5 uur lang naar iemand anders’ verhalen kan luisteren, met open mond, en met stijgende verbazing. De verhalen van Facebook kwamen tot leven in een aantal kinderen, pardon: lastige kinderen van vlees en bloed. Die de meest geniale dingen maakten, bedachten, voortbrachten, deelden met elkaar en in alle vrijheid en veiligheid zichzelf konden zijn. De discipline en de structuur waren bijna tastbaar, maar daardoor ook het leiderschap (vreselijk woord) dat in henzelf de kop opstak.

Natuurlijk werd er piano gespeeld, met oom Machiel van der Schoot, en werd de bolide bewonderd – zo vaak zie je die niet in Zutphen (nergens trouwens). Er lag ook zelfs een cadeau voor me klaar – over liefde en respect gesproken.

Ik reed weg, met een vol hart. En een hoofd overstromend van de ideeën. Van die ideeën waar je dan ook nog wat mee gaat doen, want zo werkt dat met lastige mensen.

Die geloven, van kinds af aan al in onmogelijkheden. Wat volgens mij – in wezen – iedereen zou moeten doen.

Elke. Dag. Weer. De voorbeelden liggen voor het oprapen.

Waarvan akte.

Delen is het nieuwe vermenigvuldigen