Ik wil nog weleens mijn mening geven. Vooral op LinkedIn. En als je dat doet, dan kan je ook tegengas verwachten. Da’s prima, daar loop ik niet voor weg – ik ga graag de discussie aan, zeker als het op inhoud aankomt.
Wat echter opvalt, is dat als ik mijn mening geef over de FVD, of aanverwante zaken, dat er in de regel een heel leger Thierry-aanhangers op me duikt. En die zijn meestal niet voor rede vatbaar. Of ze halen dingen door de war. Of ze lezen niet goed.
Zo had ik laatst een mening over het feit dat Tuschinski het geen goed idee vond om de Coronadocumentaire van FVD’er Gideon te vertonen. Dat artikeltje op LinkedIn kun je hier terugvinden.
In die mening schrijf ik dat ik tegen censuur ben. En dat ben ik ook. En toch lezen veel van FVD-aanhangers dat ik er wél voor zou zijn. Dat is raar.
Het hele punt, van dat dingen door de war halen en/of niet goed lezen, is dat zij er voetstoots vanuit gaan dat het niet willen vertonen van die documentaire wél censuur zou zijn.
En dat is natuurlijk de grootst mogelijke onzin.
Op een gegeven moment ben ik maar gestopt met reageren, er is niet tegenop te schrijven, zoveel onnadenkendheid. Totdat Hester Appelman reageerde, en vroeg: ‘Wat is in jouw optiek censuur, Herbert?‘ Omdat ik Hester persoonlijk ken, nam ik de moeite haar wél te antwoorden. En omdat veel andere reaguurders mijn antwoord aan haar natuurlijk niet lezen, schrijf ik hieronder nog even één keer mijn verhaal. Zodat ik het steeds als linkje kan delen in antwoord op iemand die maar door blijft zeuren dat ik het verkeerd zou zien, of mezelf zou tegenspreken.
Dit schreef ik terug aan Hester:
——-
Zucht, Hester. Ik ben gestopt met reageren hier, want er is niet tegenop te redeneren. Maar voor jou maak ik graag een uitzondering. Het kan zijn dat dit antwoord te lang is voor in één comment, want ik wil het graag zorgvuldig doen voor jou. If so, dan deel ik het op in diverse comment’s, en ik stuur je ook nog even een PB met het hele antwoord, oké?
Goed, daar gaan we.
Censuur is, naar mijn bescheiden mening, een verbod op publicatie of anderszins verspreiding van ‘iets’. Een mening, een gedachtengoed, een visie, een (tegen)geluid, een overtuiging. Censuur wordt vaak opgelegd, van ‘hogerhand’. Door een instantie of een (semi-)overheidsorgaan.
Censuur komt vaak voor bij dictatoriale regimes, zoals bijvoorbeeld nu in Rusland, onder Putin – het land en de dictator waar jullie Grote Roerganger zo mee heult. Je ziet dat het internet daar beperkt wordt, sociale media afgesloten en dat bijvoorbeeld het publiek geattendeerd moet worden op die censuur, en op de waarheid, door een moedige journaliste die met een bord achter een presentator gaat staan die een opgelegd verhaaltje oplepelt (dat laatste heet weer: ‘propaganda’ – iets waar regimes die dictatuur opleggen ook opvallend vaak heel goed in zijn).
Goed, terug naar je vraag. Deze ‘documentaire’ wordt niet verboden, en het bekijken ervan wordt ook niet moeilijk of onmogelijk gemaakt. Niet van hogerhand, niet door de overheid, en ook niet door Tuschinski. Nee, echt niet.
Tuschinski wil zich simpelweg niet associëren met een partij die de Coronamaatregelen vergeleek met de Jodenvervolging (en waarvoor de Grote Roerganger van die Partij ook veroordeeld is). En dat is haar goed recht. Tuschinski mag elke club weigeren waarmee ze zich niet wil vereenzelvigen – dat zal ongetwijfeld zelfs in haar Algemene Voorwaarden staan.
Het zou een beetje hetzelfde zijn als, ik noem maar wat, de Ku KuX Klan vraagt om in mijn kantoortje een vergaderzaal te huren, om een presentatie te geven. Als ik dat geen prettig idee vind omdat ik me niet kan vinden in het gedachtegoed van de KKK, dan is het mijn goed recht om ‘nee’ te zeggen. Pleeg ik daarmee censuur? Nee. De KKK kan nog overal elders terecht, of haar presentatie online zetten.
Net zoals Gideon met zijn ‘documentaire’ nog bij alle andere 8000 zalen in Nederland gewoon kan vragen of hij daar een zaaltje mag huren, of die documentaire gewoon online mag zetten.
Censuur? Laat me niet lachen met dat gepiep. Het. Is. Geen. Censuur.
Het is – oké: in mijn ogen en naar mijn persoonlijke mening – gewoon een correcte en fatsoenlijke beslissing van een commerciële partij die in haar recht staat.
Niets meer. Niets minder.
En nu we het hier toch over hebben: veel mensen vragen ook of ik de documentaire gezien heb. Nee, die heb ik niet gezien. Maar in het licht van de discussie, is die vraag ook helemaal niet relevant.
Ook al zou ik hem gezien hebben, en ook al zou ik hem goed vinden (die kans is er natuurlijk, ik kan niet oordelen over iets dat ik niet gezien heb), dan nog doet het niet ter zake. Want dat nog blijf ik vinden dat de beslissing van Tuschinski voorstelbaar, correct en verdedigbaar is – zij weigeren niet óm de documentaire of de inhoud ervan. Zij weigeren omdat Gideon bij een club hoort waarmee zij zich niet willen afficheren.
Dat. Is. Dus. Iets. Totaal. Anders.
Heb ik jullie aandacht nog? Mooi. Want dan wil ik nog twee dingen kwijt. Speciaal voor de FVD-aanhangers: lees dit linkje even, een interessante update van Anna Chojnaka op LinkedIn.
En het andere: veel FVD-reaguurders nemen ook automatisch aan dat ik ‘dan wel’ een voorstander zou zijn van de Coronamaatregelen of een voorstander van vaccinatie of een aanhanger van Rutte en Kaag. Niets is minder waar. Ik schreef met regelmaat stukken op Linkedin waaruit het tegendeel blijkt. Maar ja, da’s lastig. Want dan moet je verder onderzoek doen.
En.
Goed.
Lezen.