Met familie heb ik niks.
Kerst: al helemaal niet. Relaties heb ik nooit begrepen.
Exxen dan weer wel. Maar al te goed, zelfs.
Over reclame zeg ik al zolang ik er in rondloop hoe dom ik het vind.
Gourmetten? Nekschotwaardig, of anders zelf een strop leggen en een keukentrapje pakken.
Slice-of-life commercials: een broertje dood.
Samengestelde gezinnen, nieuwe vriendjes die je natuurlijk eigenlijk op hun bek moet slaan, maar die best aardige gasten zijn. Been there, done that.
Flatjes, 3 hoog achter, gemiste kansen die nawenen als je de hoek om rijdt met de kleine achterin en een luiertas waarvan je (en ze) weet dat die 2 dagen later totaal incompleet terugkomt. Als je hem al niet vergeet.
Hartzeer, ongemakkelijke ontmoetingen, lange ritten door de sneeuw op de avond van de 24e, met een ongewisse bestemming, kleine maar goedbedoelde Kerstboompjes, blues met effectbejag rond einde jaar op Sky Radio: mij niet gezien.
Doet me niks.
Kan ik al 47 jaar mee dealen.
Maar deze? Deze vind ik mooi. En die brok in mijn keel, die blijft nog wel een paar dagen rondzingen.
Een weekdier, ben ik.
Een slap ei.
Een mietje.