Tegenover me zat een verlegen jongeman die duidelijk wachtte op het meisje dat een station later instapte. Zijn tas stond pontificaal op de eerder nog onbezette plaats naast hem – als ik daar had willen zitten, had-ie zich doodgevochten.
Ik liet hem dus maar.
Ze zien elkaar vaker in deze trein, op dit traject – zo veel is duidelijk.
Het meisje, minstens net zo verlegen én net zo keurig als de jongeman, is blij hem te treffen. Een lichte opwinding in hun blik, die al gauw gedoofd wordt door de koetjes en de kalfjes waarmee ze hun weerzien onhandig vieren.
Ook mooi: de pauzes, tussen ‘Haren’, ‘Facebook’, ‘de media’, “ben jij nog op vakantie geweest?” en “ik moet er zo weer uit…”.
Let ook op het handenwerk, de lichaamstaal. Prachtig.
Ergens komt het wel goed met deze wereld, denk ik dan zo maar.
Vandaag.