Wie kent ‘m niet? De beroemde zin die op de tube van bijna elk merk tandpasta staat.

Eigenlijk staat daar: “dit goedje moet u het idee geven dat u geen gaatjes meer krijgt als u het gebruikt, maar eigenlijk heb je er niks aan”.

Immers: als we het grammaticaal ontleden, staat er niks. Nul. Nakko. Nada. Logisch, dat heeft met wet- & regelgeving te maken. Die met name heel streng is bij pharmaceutische en huishoudelijke artikelen.

Je mag vooral niet té expliciete beweringen doen. Niet te stellig beweren dat je dé oplossing hebt of bent voor een probleem. Je zou er alleen maar claims van kunnen krijgen. Maar ja: je moet toch iets van reclame maken? Om je product nou helemaal niet aan te prijzen, is ook zo wat. Zonde van dat hele R&D budget.

Sommige fabrikanten proberen dat nog te omzeilen door te schrijven “… bevat actieve bestanddelen die helpen gaatjes te voorkomen…”

Maar ja, je voelt het al. Het wordt er alleen maar erger door. Als in: minder van.

Ik moet daar steeds vaker aan denken, nu ik de trend zie bij Linkedin Profiel Headlines. Hadden we eerst het bekende riedeltje van “laat emailadresje achter in ruil voor gratis weggevertje, download ebookje, wordt in het funneltje gezogen, trap in een gratis webinarretje, glij door naar het online instappers programmaatje en wordt de rest van je leven net zo lang gespamd tot je je verslikt hebt in het high end product'”, nu holt iedereen opeens achter Clay Hebert aan die een formatje bedacht heeft voor je elevator pitch.

Om de een of andere reden begint die altijd met: “Ik help mensen…”. Of: “Ik help ondernemers…”. Of: Ik help organisaties…”

“Ik help mensen weer in hun kracht te gaan staan na hun vierde burn out”

“Ik help ondernemers hun weg te vinden in het woud van subsidies en regelgeving”

“Ik help organisaties hun resources zo te gebruiken dat ze binnen no-time circulair worden”.

Clay zélf maakt er ook een potje van.

“I help entrepreneurs fund their dreams. Since 2012, I’ve helped over 150 entrepreneurs raise over $50M on popular crowdfunding sites Kickstarter and Indiegogo”.

Daar staat zelfs 2x in dat-ie helpt. Clay helpt wat af.

Wat een gelul. Eigenlijk.

Als je je elevator pitch begint met ‘Ik help’, dek je je van tevoren al in voor een tegenvallend resultaat.

Je doet namelijk niks.

Je faciliteert misschien. Je reikt de helpende hand. Maar hé: de mensen, de ondernemers, de organisaties moeten het wel zelluf doen, hé? Je kan mij nergens aan ophangen.

Superlaf, dus. Nikszeggend. En toch doet iedereen het. Opeens.

Dus: ik heb het ook eens geprobeerd.

Zo ben ik.

En dan krijg ik dit gedrocht. Dit gekunstelde zinnetje. Dit ‘sorry-dat-ik-besta, maar ik-kan-eigenlijk-niks-echt-goed-zinnetje’.

Nog los van het feit dat het ook een beetje onzin is. Alsof mensen die ik niet geholpen heb, geen bestaansrecht zouden hebben.

Kortom: ik vind het maar niks. Maar hoe het wel moet, weet ik ook niet.

Daar ga ik dan maar een coach voor zoeken.

Ik kan het ook niet helpen.

 

Delen is het nieuwe vermenigvuldigen

 

Wie kent ‘m niet? De beroemde zin die op de tube van bijna elk merk tandpasta staat.

Eigenlijk staat daar: “dit goedje moet u het idee geven dat u geen gaatjes meer krijgt als u het gebruikt, maar eigenlijk heb je er niks aan”.

Immers: als we het grammaticaal ontleden, staat er niks. Nul. Nakko. Nada. Logisch, dat heeft met wet- & regelgeving te maken. Die met name heel streng is bij pharmaceutische en huishoudelijke artikelen.

Je mag vooral niet té expliciete beweringen doen. Niet te stellig beweren dat je dé oplossing hebt of bent voor een probleem. Je zou er alleen maar claims van kunnen krijgen. Maar ja: je moet toch iets van reclame maken? Om je product nou helemaal niet aan te prijzen, is ook zo wat. Zonde van dat hele R&D budget.

Sommige fabrikanten proberen dat nog te omzeilen door te schrijven “… bevat actieve bestanddelen die helpen gaatjes te voorkomen…”

Maar ja, je voelt het al. Het wordt er alleen maar erger door. Als in: minder van.

Ik moet daar steeds vaker aan denken, nu ik de trend zie bij Linkedin Profiel Headlines. Hadden we eerst het bekende riedeltje van “laat emailadresje achter in ruil voor gratis weggevertje, download ebookje, wordt in het funneltje gezogen, trap in een gratis webinarretje, glij door naar het online instappers programmaatje en wordt de rest van je leven net zo lang gespamd tot je je verslikt hebt in het high end product'”, nu holt iedereen opeens achter Clay Hebert aan die een formatje bedacht heeft voor je elevator pitch.

Om de een of andere reden begint die altijd met: “Ik help mensen…”. Of: “Ik help ondernemers…”. Of: Ik help organisaties…”

“Ik help mensen weer in hun kracht te gaan staan na hun vierde burn out”

“Ik help ondernemers hun weg te vinden in het woud van subsidies en regelgeving”

“Ik help organisaties hun resources zo te gebruiken dat ze binnen no-time circulair worden”.

Clay zélf maakt er ook een potje van.

“I help entrepreneurs fund their dreams. Since 2012, I’ve helped over 150 entrepreneurs raise over $50M on popular crowdfunding sites Kickstarter and Indiegogo”.

Daar staat zelfs 2x in dat-ie helpt. Clay helpt wat af.

Wat een gelul. Eigenlijk.

Als je je elevator pitch begint met ‘Ik help’, dek je je van tevoren al in voor een tegenvallend resultaat.

Je doet namelijk niks.

Je faciliteert misschien. Je reikt de helpende hand. Maar hé: de mensen, de ondernemers, de organisaties moeten het wel zelluf doen, hé? Je kan mij nergens aan ophangen.

Superlaf, dus. Nikszeggend. En toch doet iedereen het. Opeens.

Dus: ik heb het ook eens geprobeerd.

Zo ben ik.

En dan krijg ik dit gedrocht. Dit gekunstelde zinnetje. Dit ‘sorry-dat-ik-besta, maar ik-kan-eigenlijk-niks-echt-goed-zinnetje’.

Nog los van het feit dat het ook een beetje onzin is. Alsof mensen die ik niet geholpen heb, geen bestaansrecht zouden hebben.

Kortom: ik vind het maar niks. Maar hoe het wel moet, weet ik ook niet.

Daar ga ik dan maar een coach voor zoeken.

Ik kan het ook niet helpen.

 

Delen is het nieuwe vermenigvuldigen