Een beetje laat. Zeker voor mijn doen. Na zo’n prachtige avond.

Maar ja: er komt wel wat bij kijken, bij het opzetten van zo’n school (of agency, wat jij wilt).

Ik wilde het even met jullie hebben over John F. Kennedy.

Elvis Presley.

De Twin Towers.

Michael Jackson.

Prince.

To name but a few. Iedereen weet nog waar hij of zij was, toen-ie (genderneutraal!) dat nieuws hoorde.

Bij John F was ik er nog niet, Michael & Prince interesseerden me niet zoveel.

Maar Elvis? En de Twin Towers?

Ik stond in mijn pyamaatje, 7 jaar oud, bij mijn vader’s piano, toen ik begreep dat degene wiens haardracht ik kopieerde en die de LP ‘Moody Blues’ gemaakt had, er niet meer was.

NY? Ik zat op een camping bij Barcelona, met één van mijn Grote Liefdes. Ze is nu dood.

En nee, dat is niet mijn schuld.

We maakten ruzie over een zout- & peperstelletje, toen duizenden mensen het leven verloren in een nog steeds niet opgelost mysterie dat onze wereld voorgoed veranderde. Niets deed er meer toe. Peper? Zout? De liefde? Ik zag een vrachtboot, aan de einder. Op de Middellandse Zee. En wenste me daarop. Instantly. Schrijvend.

Aan een boek. Dat er nog steeds niet is.

Zoals het werkt met dat soort beroemde mensen en hun dood, of dat soort in je geheugen gegrifte gebeurtenissen, zo werkt dat ook met creatieven. Die hebben 100 ideeën per dag, maar snappen zelf ook wel dat ze er 5 per jaar hebben die alle perken te buiten gaan. Het geniale overstijgen. Die de potentie hebben de wereld te veranderen – in elk geval een klein beetje.

Als je als creatief zo’n idee ‘krijgt’ (anders kun je het niet noemen, je hoeft er niks voor te doen), dan staat de wereld even stil. Twee, drie, hooguit 5 seconden. Maar in die 5 seconden klopt álles.

Je pijn is weg, je zoeken verdwijnt, je onzekerheid is niet meer, het verleden is nooit geweest en de toekomst lacht jou en de mensheid toe.

Hooguit 5 seconden, in een roes. Waarin alle puzzelstukjes samenvallen. Het universum klopt en zichzelf verklaart. Dat zijn 5 x 5 seconden per jaar, 25 dus, die Alles Goed Maken. Alle domme klanten, alle onbetaalde rekeningen, alle gezeik, alle Kleinheid, alle gemiauw, alle schrijnende angst om elke dag dat witte blaadje te moeten vullen.

Jeroen van Zwam moet dat meegemaakt hebben, toen hij zijn befaamde campagne voor ALS Nederland bedacht, samen met zijn maatje Marcel Hartog.

Zoals velen weten, vind ik dat één van de beste, zo niet de beste campagne ooit gemaakt. Ik zie me namelijk ook nog lopen, op het moment dat ik hem voor het eerst zag.

Mijn zoon Quinten van Hoogdalem wilde naar de Marinedagen in Den Helder, en ik kon alleen maar bidden dat hij niet aanmonsterde. Maar ja. Wat doe je? Als vader?

Je stapt met hem in de trein, naar Den Helder. Een jaar of 5 geleden. Je stapt uit, op dat tragische station, en je stokt. Je ademhaling stopt, je loopje houdt er mee op. Je loopt tegen een abri op. Met die campagne.

Je snapt opeens dat rare woord ‘stopping power’, dat je weleens tegenkwam in briefings van klanten.

Je beseft ergens dat print, dus outdoor, nog niet eens de beste vertaling van zo’n concept kan zijn. Daar ben je creatief voor. Beroepsgedeformeerd. En toch. Het kippenvel, dat 5 jaar later nog steeds opkomt, als je er over vertelt.

Of schrijft. Zoals nu.

Bij NoAD School hebben we bedacht dat we beroemde creatieven over hun beroemde campagnes moeten laten vertellen. Wie anders kan overbrengen wat dat met je doet? Wie anders kan je inspireren dat ook te willen? Wie anders kunnen het voorbeeld geven om Het Grote Verschil te maken? Dat noemen we dan ‘ICON!’.

Ik ben ongelofelijk vereerd dat Jeroen van Zwam afgelopen maandag aftrapte, met dat wat ik de beste campagne aller tijden vind.

Het was zeker 20 jaar geleden dat we elkaar zagen.

Beiden geen spat veranderd. Dikker. Grijzer. Wijzer. Maar daar hield het mee op. Onze strijdbijl was begraven – we waren al lang geen junioren meer die elke week vochten om een plekje op de voorpagina van Adformatie. We wisten beiden waarom we het eigenlijk deden. Waarom we het gedaan hadden. Zijn verhaal paste naadloos in hoe ik hoopte dat de avond zou worden. Intiem, voor de juiste mensen. Die er écht iets aan hadden.

Die ‘juiste mensen’, die weten dat toeval niet bestaat.

Die weten dat je dan op ‘de lijn zit’, het pad gevonden hebt, dat ‘alles klopt’.

Aan foto’s van de avond hebben we niet zoveel.

Maar gelukkig hebben we de video nog.

 

Delen is het nieuwe vermenigvuldigen

 

Een beetje laat. Zeker voor mijn doen. Na zo’n prachtige avond.

Maar ja: er komt wel wat bij kijken, bij het opzetten van zo’n school (of agency, wat jij wilt).

Ik wilde het even met jullie hebben over John F. Kennedy.

Elvis Presley.

De Twin Towers.

Michael Jackson.

Prince.

To name but a few. Iedereen weet nog waar hij of zij was, toen-ie (genderneutraal!) dat nieuws hoorde.

Bij John F was ik er nog niet, Michael & Prince interesseerden me niet zoveel.

Maar Elvis? En de Twin Towers?

Ik stond in mijn pyamaatje, 7 jaar oud, bij mijn vader’s piano, toen ik begreep dat degene wiens haardracht ik kopieerde en die de LP ‘Moody Blues’ gemaakt had, er niet meer was.

NY? Ik zat op een camping bij Barcelona, met één van mijn Grote Liefdes. Ze is nu dood.

En nee, dat is niet mijn schuld.

We maakten ruzie over een zout- & peperstelletje, toen duizenden mensen het leven verloren in een nog steeds niet opgelost mysterie dat onze wereld voorgoed veranderde. Niets deed er meer toe. Peper? Zout? De liefde? Ik zag een vrachtboot, aan de einder. Op de Middellandse Zee. En wenste me daarop. Instantly. Schrijvend.

Aan een boek. Dat er nog steeds niet is.

Zoals het werkt met dat soort beroemde mensen en hun dood, of dat soort in je geheugen gegrifte gebeurtenissen, zo werkt dat ook met creatieven. Die hebben 100 ideeën per dag, maar snappen zelf ook wel dat ze er 5 per jaar hebben die alle perken te buiten gaan. Het geniale overstijgen. Die de potentie hebben de wereld te veranderen – in elk geval een klein beetje.

Als je als creatief zo’n idee ‘krijgt’ (anders kun je het niet noemen, je hoeft er niks voor te doen), dan staat de wereld even stil. Twee, drie, hooguit 5 seconden. Maar in die 5 seconden klopt álles.

Je pijn is weg, je zoeken verdwijnt, je onzekerheid is niet meer, het verleden is nooit geweest en de toekomst lacht jou en de mensheid toe.

Hooguit 5 seconden, in een roes. Waarin alle puzzelstukjes samenvallen. Het universum klopt en zichzelf verklaart. Dat zijn 5 x 5 seconden per jaar, 25 dus, die Alles Goed Maken. Alle domme klanten, alle onbetaalde rekeningen, alle gezeik, alle Kleinheid, alle gemiauw, alle schrijnende angst om elke dag dat witte blaadje te moeten vullen.

Jeroen van Zwam moet dat meegemaakt hebben, toen hij zijn befaamde campagne voor ALS Nederland bedacht, samen met zijn maatje Marcel Hartog.

Zoals velen weten, vind ik dat één van de beste, zo niet de beste campagne ooit gemaakt. Ik zie me namelijk ook nog lopen, op het moment dat ik hem voor het eerst zag.

Mijn zoon Quinten van Hoogdalem wilde naar de Marinedagen in Den Helder, en ik kon alleen maar bidden dat hij niet aanmonsterde. Maar ja. Wat doe je? Als vader?

Je stapt met hem in de trein, naar Den Helder. Een jaar of 5 geleden. Je stapt uit, op dat tragische station, en je stokt. Je ademhaling stopt, je loopje houdt er mee op. Je loopt tegen een abri op. Met die campagne.

Je snapt opeens dat rare woord ‘stopping power’, dat je weleens tegenkwam in briefings van klanten.

Je beseft ergens dat print, dus outdoor, nog niet eens de beste vertaling van zo’n concept kan zijn. Daar ben je creatief voor. Beroepsgedeformeerd. En toch. Het kippenvel, dat 5 jaar later nog steeds opkomt, als je er over vertelt.

Of schrijft. Zoals nu.

Bij NoAD School hebben we bedacht dat we beroemde creatieven over hun beroemde campagnes moeten laten vertellen. Wie anders kan overbrengen wat dat met je doet? Wie anders kan je inspireren dat ook te willen? Wie anders kunnen het voorbeeld geven om Het Grote Verschil te maken? Dat noemen we dan ‘ICON!’.

Ik ben ongelofelijk vereerd dat Jeroen van Zwam afgelopen maandag aftrapte, met dat wat ik de beste campagne aller tijden vind.

Het was zeker 20 jaar geleden dat we elkaar zagen.

Beiden geen spat veranderd. Dikker. Grijzer. Wijzer. Maar daar hield het mee op. Onze strijdbijl was begraven – we waren al lang geen junioren meer die elke week vochten om een plekje op de voorpagina van Adformatie. We wisten beiden waarom we het eigenlijk deden. Waarom we het gedaan hadden. Zijn verhaal paste naadloos in hoe ik hoopte dat de avond zou worden. Intiem, voor de juiste mensen. Die er écht iets aan hadden.

Die ‘juiste mensen’, die weten dat toeval niet bestaat.

Die weten dat je dan op ‘de lijn zit’, het pad gevonden hebt, dat ‘alles klopt’.

Aan foto’s van de avond hebben we niet zoveel.

Maar gelukkig hebben we de video nog.

 

Delen is het nieuwe vermenigvuldigen