“De wereld is ziek. En wij gaan hem niet beter maken”.

Maarten Bakker en ik wilden dat nog weleens tegen elkaar zeggen, als we weer eens iets tegenkwamen waar we alleen maar hoofdschuddend op konden reageren. Gelukkig hielden we het daar niet bij, en gingen dan toch weer door roeien en ruiten om druppels op gloeiende platen te laten vallen. Zijn inspanningen voor Amnesty – ik geloof nu alweer 25 jaar achtereen (hij heeft altijd al een wat langere adem gehad dan ik) getuigen daar nog steeds van.

In de afgelopen jaren ben ik er steeds meer van overtuigd geraakt, dat er wél genezing mogelijk is. Dat er een anti-gif bestaat, dat het immuunsysteem te hacken is. Er staan steeds meer mensen op die wél in mogelijkheden en oplossingen denken. Die met de kop in de wind geloven in idealen, in gelijkheid, in balans, in duurzaamheid, in eerlijkheid, in vooruitgang en in werkelijke waarde. Die dromen, en er ook alles aan doen om die dromen om te zetten in daden. Ze werkelijkheid te maken.

Wat daarbij helpt, is natuurlijk de krankzinnig snel voortschrijdende techniek – nog even en we zijn zo’n beetje tot alles in staat waar we een paar jaar geleden nog niet aan durfden te denken.

In al die positieve daadkracht, kom je ook nog wel eens ‘dingetjes’ tegen die detoneren. Vaak hou je dan je mond, immers: alles wat je aandacht geeft groeit.

Maar soms. Soms moet je er iets van zeggen. Er iets van vinden. Als je dat niet meer doet, dan ga je bij het meubilair van matigheid, van acceptatie, van lamlendigheid en van de grijze middelmaat horen – waaruit het moeilijk ontsnappen is.

Ik wacht er al vier jaar op. Op mijn gelijk. Helaas. Al vier jaar wist ik het, zag ik het aankomen. En blij ben ik er niet mee.

Heel zacht uitgedrukt.

Picture this. Ik werd destijds gevraag of ik mee wilde denken aan het op de kaart zetten van de horeca-tak in het Cultuurgebouw in Hoofddorp. Ingewikkeld dingetje, dacht ik gelijk. Al die politiek, die eilandjes, die egootjes, die belangen, die dubbele agenda’s, die bestuurtjes en de verwevenheid met de Gemeente.

Ik vroeg om het business plan, en ik zag onmiddellijk dat er over vier jaar (nu dus) een verlies in de begroting stond. Dat de exploitatie op de manier zoals ze het hadden bedacht, niet van de grond zou komen. Omdat de Gemeente er ongeveer een miljoen in zou steken, stelde ik ook daar prangende vragen over. Waarop geen antwoord kwam.

Ook viel het me op dat er een aparte BV werd opgericht. Dat was “om ervoor te zorgen dat het Cultuurgebouw geen schade zou leiden als de horecatak toch omviel”.

Ik heb maar niet meegedaan.

Vele anderen wel. Vier jaar lang zijn er dure consultants en adviesbureaus ingeschakeld. Vier jaar lang zijn er mensen bezig geweest om baantjes veilig te stellen, en aan stoelpoten te zagen. Vier jaar lang is er gemeenschapsgeld gepompt in een plan waarvan men wist dat het niet kon slagen.

Afgelopen week kwam het ‘nieuws’. Voor mij het minst verrassend nieuws ooit. Ze hebben het nog lang volgehouden.

Mijn moeder was gehandicapt. Ze werd aangekleed elke morgen, door de ‘Alpha-hulp’. Toen dat stopte vanwege bezuinigingen bij de Gemeente Schiedam, had dat een enorme impact in Huize van Hoogdalem. Vooral emotioneel.

Ik weet niet hoe ‘Alpha-hulp’ tegenwoordig heet in Hoofddorp. Ik weet wel dat er ook in Hoofddorp gehandicapte mensen wonen. Die afhankelijk zijn van zorg die door de Gemeente wordt bekostigd.

Er zullen ongetwijfeld ook andere mensen zijn, die in nood komen als de gemeente niet bijspringt.

Mochten die nu niet meer weten waar ze het zoeken moeten: op het pluche van de bestuurskamer van het Cultuurgebouw. Als je goed kijkt, ligt er onder die stoelen ongetwijfeld nog ergens as. Verbrande snippers van geld dat willen en wetens in rook opging.

De wereld is ziek. Vind ik vandaag. Even.

Morgen weer een dag.

Delen is het nieuwe vermenigvuldigen

 

“De wereld is ziek. En wij gaan hem niet beter maken”.

Maarten Bakker en ik wilden dat nog weleens tegen elkaar zeggen, als we weer eens iets tegenkwamen waar we alleen maar hoofdschuddend op konden reageren. Gelukkig hielden we het daar niet bij, en gingen dan toch weer door roeien en ruiten om druppels op gloeiende platen te laten vallen. Zijn inspanningen voor Amnesty – ik geloof nu alweer 25 jaar achtereen (hij heeft altijd al een wat langere adem gehad dan ik) getuigen daar nog steeds van.

In de afgelopen jaren ben ik er steeds meer van overtuigd geraakt, dat er wél genezing mogelijk is. Dat er een anti-gif bestaat, dat het immuunsysteem te hacken is. Er staan steeds meer mensen op die wél in mogelijkheden en oplossingen denken. Die met de kop in de wind geloven in idealen, in gelijkheid, in balans, in duurzaamheid, in eerlijkheid, in vooruitgang en in werkelijke waarde. Die dromen, en er ook alles aan doen om die dromen om te zetten in daden. Ze werkelijkheid te maken.

Wat daarbij helpt, is natuurlijk de krankzinnig snel voortschrijdende techniek – nog even en we zijn zo’n beetje tot alles in staat waar we een paar jaar geleden nog niet aan durfden te denken.

In al die positieve daadkracht, kom je ook nog wel eens ‘dingetjes’ tegen die detoneren. Vaak hou je dan je mond, immers: alles wat je aandacht geeft groeit.

Maar soms. Soms moet je er iets van zeggen. Er iets van vinden. Als je dat niet meer doet, dan ga je bij het meubilair van matigheid, van acceptatie, van lamlendigheid en van de grijze middelmaat horen – waaruit het moeilijk ontsnappen is.

Ik wacht er al vier jaar op. Op mijn gelijk. Helaas. Al vier jaar wist ik het, zag ik het aankomen. En blij ben ik er niet mee.

Heel zacht uitgedrukt.

Picture this. Ik werd destijds gevraag of ik mee wilde denken aan het op de kaart zetten van de horeca-tak in het Cultuurgebouw in Hoofddorp. Ingewikkeld dingetje, dacht ik gelijk. Al die politiek, die eilandjes, die egootjes, die belangen, die dubbele agenda’s, die bestuurtjes en de verwevenheid met de Gemeente.

Ik vroeg om het business plan, en ik zag onmiddellijk dat er over vier jaar (nu dus) een verlies in de begroting stond. Dat de exploitatie op de manier zoals ze het hadden bedacht, niet van de grond zou komen. Omdat de Gemeente er ongeveer een miljoen in zou steken, stelde ik ook daar prangende vragen over. Waarop geen antwoord kwam.

Ook viel het me op dat er een aparte BV werd opgericht. Dat was “om ervoor te zorgen dat het Cultuurgebouw geen schade zou leiden als de horecatak toch omviel”.

Ik heb maar niet meegedaan.

Vele anderen wel. Vier jaar lang zijn er dure consultants en adviesbureaus ingeschakeld. Vier jaar lang zijn er mensen bezig geweest om baantjes veilig te stellen, en aan stoelpoten te zagen. Vier jaar lang is er gemeenschapsgeld gepompt in een plan waarvan men wist dat het niet kon slagen.

Afgelopen week kwam het ‘nieuws’. Voor mij het minst verrassend nieuws ooit. Ze hebben het nog lang volgehouden.

Mijn moeder was gehandicapt. Ze werd aangekleed elke morgen, door de ‘Alpha-hulp’. Toen dat stopte vanwege bezuinigingen bij de Gemeente Schiedam, had dat een enorme impact in Huize van Hoogdalem. Vooral emotioneel.

Ik weet niet hoe ‘Alpha-hulp’ tegenwoordig heet in Hoofddorp. Ik weet wel dat er ook in Hoofddorp gehandicapte mensen wonen. Die afhankelijk zijn van zorg die door de Gemeente wordt bekostigd.

Er zullen ongetwijfeld ook andere mensen zijn, die in nood komen als de gemeente niet bijspringt.

Mochten die nu niet meer weten waar ze het zoeken moeten: op het pluche van de bestuurskamer van het Cultuurgebouw. Als je goed kijkt, ligt er onder die stoelen ongetwijfeld nog ergens as. Verbrande snippers van geld dat willen en wetens in rook opging.

De wereld is ziek. Vind ik vandaag. Even.

Morgen weer een dag.

Delen is het nieuwe vermenigvuldigen